De oorlog, dát was afzien

Duitse bommenwerpers aan het Oostfront in 1943 – foto Deutsches Bundesarchiv (licentie) (Wikimedia)

Het is lang geleden dat ik nog eens iets gepost heb, beste lezer, maar vandaag kruip ik nog eens in mijn pen. In De Morgen las ik recent een getuigenis van een achttienjarige die van oudere mensen te horen krijgt dat ze niet zo moet klagen over de coronamaatregelen, want de oorlog, dát was pas afzien. Een uitspraak die ik al eerder zag passeren op sociale media.

Ik hoop dat de mensen die dit argument aanhalen op z’n minst tachtig jaar zijn, of een groot deel van hun leven in het buitenland hebben doorgebracht, zodat ze zelf daadwerkelijk een oorlog bewust hebben meegemaakt. Deze mensen hebben recht van spreken, en ja, natuurlijk was de oorlog erger. Of daar ga ik als niet-ervaringsdeskundige tenminste vanuit.

Ik hoop dat de mensen die dit argument aanhalen op z’n minst tachtig jaar zijn.

Maar als deze uitspraak komt van mensen die in onze streken zijn opgegroeid en nog geen tachtig zijn, dan word ik daar eerlijk gezegd een beetje boos van.

Luxe

Ik kan natuurlijk geen uitspraken doen over wat individuele mensen in hun persoonlijk leven hebben meegemaakt. Sommige mensen hebben ongetwijfeld al voor hetere vuren gestaan dan wat coronamaatregelen. Maar globaal genomen – als we onze maatschappij als geheel bekijken – heeft de Vlaming tussen pakweg 1950 en 2010 zo ongeveer het meest luxueuze en comfortabele leven kunnen leiden waarvan ooit sprake is geweest in de geschiedenis van de mensheid, en waarvan ook de komende eeuwen sprake zal kunnen zijn.

Globaal genomen heeft de Vlaming tussen pakweg 1950 en 2010 het meest luxueuze en comfortabele leven kunnen leiden waarvan ooit sprake is geweest.

Er was vrede, er was welvaart, er was goede gezondheidszorg. Er was eten en zuiver water bij de vleet. Er waren geen grote bedreigingen zoals oorlogen, orkanen, aardbevingen, gevaarlijke roofdieren of erg besmettelijke ziekten. Er was bovendien – gemiddeld genomen – een permanente vooruitgang. Er was economische groei en er was technologische ontwikkeling. Mensen hadden alle reden om aan te nemen dat ze het zeker zo goed zouden hebben als hun ouders, en dat hun kinderen het minstens even goed zouden hebben als zijzelf.

Zekerheden

De jeugd van tegenwoordig heeft deze zekerheden niet meer. Een groot aantal ecosystemen zijn inmiddels compleet ontwricht. Het klimaat kan dramatisch evolueren of het kan nog meevallen, maar zoals het altijd geweest is, zal het de komende eeuwen niet meer worden. Wat de gevolgen zullen zijn, weten we nog niet helemaal, maar de eeuwenlange zekerheid van ons klimaat – vervat in weerspreuken, tradities en gewoonten – is definitief verdwenen. De zekerheid dat orkanen zoals Katrina of Sandy in onze contreien niet voorkomen, is er niet meer. De zekerheid dat muggen alleen in Afrika vreselijke ziekten kunnen overdragen evenmin. De zekerheid op economische groei is er ook niet meer – als deze groei al niet vanzelf gefnuikt wordt door de klimaatopwarming, blijft in elk geval de discussie of we deze eeuwige drang naar groei niet moeten opgeven als we überhaupt iets aan het klimaatprobleem willen doen.

Hebben deze mensen, die zelf nooit een oorlog hebben meegemaakt, er wel eens bij stilgestaan dat de mensen die vandaag jong zijn er misschien wel één zullen meemaken?

De zekerheid dat we in de toekomst zullen kunnen blijven leven in een vrije, democratische samenleving krijgt serieuze knauwen door de opkomst van allerlei extreme partijen die onze vrijheden ernstig willen beperken. Niet zo ver van ons bed worden vrije samenlevingen steeds meer autoritair – denk maar aan Turkije en Hongarije. Bovendien blijkt steeds meer dat democratie niet opgewassen is tegen uitdagingen zoals klimaatopwarming.

Ook de zekerheid dat we in de toekomst in vrede zullen kunnen blijven leven, blijft niet ongeschonden. Niet alleen de opkomst van fascistische en andere radicale partijen, maar ook de klimaatopwarming zouden wel eens tot nieuwe conflicten kunnen leiden – conflicten waarvan de rijke Westerse landen niet per se gespaard zullen blijven. Toegegeven, deze zekerheid was er tijdens de Koude Oorlog ook niet, maar uiteindelijk zijn we er goed vanaf gekomen.

Tenslotte wordt ook technologische vooruitgang meer en meer een vraagteken: als we geen CO2 meer mogen uitstoten, hoe zullen we dan kunnen blijven voldoen aan de steeds stijgende energievraag van onze nieuwe technologieën? Kúnnen we dan nog wel vooruit?

De jongeren van deze tijd worden grotendeels opgevoed in de veronderstelling dat er niets aan de hand is. Ze zien het comfort dat hun grootouders hadden, en het comfort dat hun ouders nu hebben. Ze krijgen impliciet de boodschap mee dat dat normaal is en in stijgende lijn hoort te gaan. Ze leren op school over de seizoenen en het weer, over wetenschap en technologie, over democratie, vrijheid en grondrechten. Terloops wordt af en toe opgemerkt dat de aarde aan het opwarmen is, waardoor al de rest – alles wat al generaties lang wordt overgedragen van ouder op kind, van leerkracht op leerling – nu op losse schroeven staat.

Dat is best wel iets ingrijpends om vast te stellen als je jong bent; staan de mensen die met de oorlog-uitspraak zwaaien daar wel eens bij stil? Hebben zij zich weleens afgevraagd hoe het is om ergens in de marge – als ware het een fait divers – te moeten vernemen dat niemand een idee heeft hoe je toekomst er zal uitzien, en ondertussen te moeten kijken en luisteren naar oudere, ervaren mensen die gewoon verdergaan alsof er niets aan de hand is?

Hebben zij zich weleens afgevraagd hoe het is als je geen enkele garantie hebt over je toekomst, en een pandemie je plotseling ook je zekerheden in het heden afneemt?

Hebben zij zich weleens afgevraagd hoe het is als je geen enkele garantie hebt over je toekomst, en een pandemie je plotseling ook je zekerheden in het heden afneemt? Hebben deze mensen, die zelf nooit een oorlog hebben meegemaakt, er wel eens bij stilgestaan dat de mensen die vandaag jong zijn er misschien wel één zullen meemaken? Of misschien wel meer dan één? Is het dan niet wat misplaatst om nu tegen deze jongeren te zeggen dat ze niet moeten klagen, dat dit niets is vergeleken bij een oorlog?

Netwerken

Laten we immers ook niet vergeten dat de impact van een lockdown logischerwijs veel groter is voor jongeren dan voor pakweg hun ouders. Zelf ben ik 35 en vind ik dat ik niet mag klagen. Ik ben gelukkig getrouwd en mijn kinderen zijn nog niet oud genoeg om geen boodschap te hebben aan hun ouders. Knuffelcontacten bij de vleet dus. Zowel mijn vrouw als ikzelf hebben stabiele jobs en een inkomen dat ook in coronatijden ongehinderd blijft binnenstromen. We hebben een netwerk van vrienden en familieleden die we weliswaar niet van dichtbij mogen zien, maar waar toch altijd op kunnen rekenen.

Maar zowat al mijn vrienden, én mijn vrouw, heb ik leren kennen op school, op laatstejaarsreis, of aan de universiteit, of via andere vrienden. In de klas, in de aula, in Griekenland. Zelfs mijn huidige job had ik nooit gevonden zonder de hulp van een vriendin van op de universiteit. Mijn collega’s zie ik enkel nog door de webcam, maar ik heb hen kunnen leren kennen op de werkvloer, zodat ik nu weet wat ik aan hen heb. Hoe bouw je zoiets op in volle coronacrisis?

In 2019 vroegen tieners en twintigers aan mensen die ouder waren dat ze alstublieft hun gedrag zouden aanpassen. In welke mate hebben wij aan die oproep gehoor gegeven?

2019

Tot slot wil ik de mensen die jongeren van vandaag op de oorlog durven wijzen nog graag één ding meegeven om over na te denken. In 2020 en 2021 vragen we de tieners en twintigers om hun gedrag zwaar aan te passen, in de eerste plaats om mensen die ouder zijn dan zij te beschermen. Over het algemeen doen zij wat we van hen vragen. Af en toe luisteren ze niet – dat is natuurlijk niet oké, maar hoe was u zelf toen u jong was? – en wordt dat op heel zware kritiek onthaald. Ik zou dit toch graag even vergelijken met 2019. In dat jaar kwamen tieners en twintigers met tienduizenden herhaaldelijk op straat. Zij vroegen aan mensen die ouder waren dat ze alstublieft hun gedrag zouden aanpassen om hún toekomst te beschermen. In welke mate hebben wij aan die oproep gehoor gegeven? Weet u dat nog? Is de Belg massaal gestopt met vliegen en autorijden? Zijn we massaal beginnen fietsen en treinen? Niet echt. Niet in de mate dat jongeren nu hun gedrag aanpassen.

En waarom? Omdat we niet door de regen willen fietsen. Omdat het te koud is. Omdat het met de trein te lang duurt en nog meer kost dan vliegen ook. Omdat vegetarisch eten toch niet hetzelfde is. Enzovoort.

Is dat allemaal wél erger dan de oorlog dan?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s