The dinosaur in the room

Het was een doordeweekse dag in het parlement. De plenaire zitting was al geruime tijd aan de gang, en onder het verveelde oog van Siegfried Bracke en zijn ogenrollende partijgenoten was Kristof Calvo een tirade aan het afsteken over het gebrek aan klimaatbeleid van de regering in lopende zaken.

Plots werden de deuren opengegooid. Vijf gemaskerde CCC-militanten stormden de Kamer binnen. Eén van hen droeg een grote rode vlag.

Plots werden de deuren opengegooid. Vijf gemaskerde CCC-militanten stormden de Kamer binnen. Eén van hen droeg een grote rode vlag. De andere vier waren uitgerust met Kalasjnikovs en handgranaten.

De grootste van hen vuurde naar het plafond bij wijze van waarschuwing. “Geef hier dat debat!” schreeuwde hij, uiteraard in het Frans. “Of jullie gaan er allemaal aan!”

Kristof Calvo zag meteen dat hij het niet zou kunnen halen tegen deze extremisten en gehoorzaamde gedwee. Zijn collega-parlementariërs volgden zijn voorbeeld. De CCC’ers schoten nog wat naar omhoog voor de lol, en dropen dan tevreden af. Een ongebruikelijke, ijzige stilte vulde de plenaire zaal.

Het zou misschien het begin van een spannend verhaal kunnen zijn, maar waargebeurd is het niet. Wouter Beke bedoelde het allicht iets minder letterlijk toen hij in februari – kort na het ontslag van Joke Schauvliege – aan De Morgen het volgende vertelde:

Ik geloof niet in complottheorieën en samenzweringen, maar dat extreemlinkse groepen het klimaatdebat kapen is wel duidelijk. Het is ook geen geheim dat Greenpeace Anuna De Wever adviseert wanneer ze op tv komt.

Wouter Beke in De Morgen van 9 februari 2019

Maar wat dan wel? Welk debat? Voor 2019 wás er helemaal geen klimaatdebat. Een overweldigende meerderheid van de wetenschappers zei net hetzelfde als de groene partijen, Greenpeace, de Bond Beter Leefmilieu en andere “extreemlinkse groepen”: het klimaat warmt op en als we daar niet snel wat aan doen, zullen de gevolgen dramatisch zijn. De andere partijen mompelden af en toe een vaag “inderdaad”, of bijvoorkeur “inderdaad, maar …”, voor ze zo snel mogelijk terug overgingen tot de orde van de dag.

Links en extreemlinks zeggen al jaren hetzelfde. Het is niet omdat anderen het liever over iets anders zouden hebben, dat het debat “gekaapt” is.

Pas toen Anuna De Wever en Kyra Gantois met hun duizenden medespijbelaars wekelijks de straten van Brussel begonnen te vullen, werden de andere partijen gedwongen om ook standpunten in te nemen. Toen pas ontstond er een klimaatdebat: een debat over wat we moeten doen en hoe. Met of zonder kernenergie, met of zonder bedrijfswagens, snel en revolutionair of rustig zodat iedereen meekan.

Het is goed dat er eindelijk een debat is, en dat is dankzij de klimaatspijbelaars. En het is waar: sinds de klimaatmarsen zien we plots overal PVDA-spandoeken. Maar het debat is niet gekaapt door extreemlinks. Links en extreemlinks zeggen al jaren hetzelfde. Het is niet omdat anderen het liever over iets anders zouden hebben, dat het debat “gekaapt” is.

Ik heb eigenlijk medelijden met de CD&V’ers die wél wakkerliggen van het klimaat. Ik weet dat ze bestaan, de Staatsveiligheid heeft mij dat persoonlijk bevestigd.

Ik heb eigenlijk medelijden met de CD&V’ers die wél wakkerliggen van het klimaat. Ik weet dat ze bestaan, de Staatsveiligheid heeft mij dat persoonlijk bevestigd.

Nee, sorry, that was just a Joke (*). Ik weet dat ze bestaan omdat ik er op zijn minst één persoonlijk ken, en omdat de uitspraken van jongerenvoorzitter Sammy Mahdi over Schauvliege tonen dat er bij de jonge generatie iets anders leeft.

Ik heb alle respect voor deze mensen. Er zijn twee manieren om iets te bereiken in de politiek:

  1. Je sluit je aan bij de partij die het meest aanleunt bij je eigen standpunt (als je veel energie hebt kan je die ook zelf oprichten) en probeert te zorgen dat die aan de macht komt.
  2. Je sluit je aan bij een partij die sowieso regelmatig aan de macht komt, en probeert daar de standpunten geleidelijk bij te sturen.

De eerste manier lijkt zuiverder en integerder en kan soms sneller tot verandering leiden, maar evengoed kan het er nooit van komen omdat de partij in kwestie te weinig stemmen haalt. De tweede manier gaat langzamer en komt veel tsjeveriger over, maar is ongetwijfeld soms effectiever. Denk maar aan alle hervormingen en wetten die de toestand in ons land geleidelijk verbeterd hebben, en hoeveel er daarvan uiteindelijk verwezenlijkt zijn door centrumpartijen als de CD&V. Zeker, dat kwam vaak omdat ze onder druk gezet werden door partijen met een duidelijker streefdoel, zoals Groen / Agalev of de Volksunie. Maar dat betekent niet dat de mensen die het uiteindelijk voor elkaar krijgen op een breed gedragen manier, geen respect verdienen.

Deze groene CD&V’ers zitten nu met een groot probleem: hun partij wordt gedomineerd door dinosaurussen.

Maar deze groene CD&V’ers zitten nu met een groot probleem: hun partij wordt gedomineerd door dinosaurussen. Dat zeg ik niet alleen: de partij kreeg ook van het Climate Action Network (CAN) Europe het label “Dinosaurs”, net als de Europese Volkspartij waartoe ze op Europees niveau behoort. CAN bedoelt daarmee parlementsleden “who have not yet grasped the need for action against climate change and prevent others from doing more.”

CAN Europe bestempelt CD&V als een partij van dinosaurussen – foto Jakub Hałun (licentie) (Wikimedia)

En dat is er sinds februari niet op verbeterd. Dit weekend antwoordde Wouter Beke in De Morgen op vragen van lezers. Gevraagd naar het klimaatbeleid van Joke Schauvliege, antwoordde hij dit:

“Het beeld dat van haar werd opgehangen, is volledig fout. Neem nu de heisa rond het Essersbos. In ruil voor het kappen van die bomen komen er elders meer hectaren bos. Normaal gezien halen we ook onze klimaatdoelstellingen van 2020. En we hebben terug massa’s vissen, reeën en everzwijnen. Zelfs de wolven zijn terug in het land en er zijn welpjes in aantocht.”

Wouter Beke in De Morgen van 3 mei 2019

Hoera, er zijn terug vissen, reeën en everzwijnen! Ik weet niet of het waar is, het zou best kunnen. Maar wat heeft dat met klimaatbeleid te maken? Gaat de aarde stoppen met opwarmen omdat er meer vissen zijn? Of bedoelt Beke hier dat de verbetering van de fauna erop wijst dat het klimaat terug afkoelt? Dat kan natuurlijk niet, zelfs in de meest optimistische scenario’s blijft het nog jarenlang opwarmen.

Als Wouter Beke “klimaatbeleid” zegt, bedoelt hij een beleid dat ervoor zorgt dat milieu-activisten, wetenschappers, Kristof Calvo en ander extreemlinks gespuis stoppen met zeuren.

Voor mij zegt dit antwoord alles. Als Wouter Beke “klimaatbeleid” zegt, bedoelt hij niet een beleid dat ervoor zorgt dat het klimaat minder opwarmt, maar een beleid dat ervoor zorgt dat milieu-activisten, wetenschappers, Kristof Calvo en ander extreemlinks gespuis stoppen met zeuren. Klimaatbeleid is wat moeilijk, maar als we zorgen voor meer vissen en everzwijnen zullen ze ook wel blij zijn.

Ik wens alle klimaatminnende CD&V-leden heel veel succes met het transformeren van CD&V naar een echte klimaatpartij – het klinkt sarcastisch, maar ik meen het echt. Aan het huidige tempo schat ik dat het proces over twintig, dertig jaar voltooid zou kunnen zijn.

Alleen – tegen dan is het natuurlijk veel te laat. Dus, liefste groene CD&V’ers, blijf vooral druk zetten op uw voorzitter en zijn mede-dinosaurussen. Ik vraag u zeker niet om van partij te veranderen – uw streven is nobel. Maar voor u op 26 mei het bolletje naast uw eigen naam kleurt, zou ik toch nog eens twee keer nadenken. 26 mei is hét moment om te kiezen voor een beter klimaatbeleid, en als u het echt meent, dan beseft u hopelijk dat dat de komende vijf jaar niet van CD&V zal komen.


(*) Sommige mensen zullen misschien zeggen dat we moeten ophouden met Joke Schauvliege belachelijk te maken en te bedelven onder bakken kritiek. Ze is tenslotte ook maar een mens, ze heeft zich geëxcuseerd en heeft in tranen haar ontslag aangeboden. Kort na haar ontslag was dat ook mijn gevoel, maar later besefte ik dat die redenering niet klopt. Mocht ze gestopt zijn met politiek, dan zou het steek houden om het te laten rusten. Maar ze komt op als lijsttrekker in Oost-Vlaanderen. Bovendien heeft ze zich enkel geëxcuseerd omdat ze gelogen heeft over de Staatsveiligheid, niet voor de uitspraak dat de klimaatmarsen een complot waren, noch voor haar jarenlange non-klimaatbeleid. Ook Wouter Beke heeft zich daar nooit van gedistantieerd, integendeel. Het lijkt mij dus erg belangrijk om te blijven wijzen op het soort beleid dat de CD&V vertegenwoordigt.

Is die kilometerheffing wel zo slim?

Als het van de huidige regeringspartijen afhangt, ziet het ernaar uit dat de veelbesproken “slimme kilometerheffing” (ook bekend als rekeningrijden) er niet meteen komt. Enerzijds is het jammer dat dit zonder meer afgevoerd wordt “omdat er geen draagvlak is”. Anderzijds kan men zich de vraag stellen of die kilometerheffing nu eigenlijk wel nodig was. Zeker omdat de heffing voor de linksere partijen nog niet van de baan is.

Waarom een kilometerheffing?

De kilometerheffing werd op verschillende momenten gepresenteerd als oplossing voor verschillende problemen: het fileprobleem, het probleem van vervuilde lucht, en klimaatopwarming. Dit zijn drie erg verschillende problemen.

De Antwerpse Ring – foto Purka (licentie) (Wikimedia)

Wie heeft er last van?

Laten we om te beginnen de problemen al eens rangschikken volgens impact – kwestie van de dingen in het juiste perspectief te zien. Het fileprobleem is eigenlijk enkel een probleem voor wie in de file staat. Dat zijn heel wat mensen, en de meesten kiezen er niet vrijwillig voor – je zal mij niet horen zeggen dat het niet vervelend is – maar de impact is beperkt vergeleken met de andere twee problemen. Merk ook op dat deze mensen per definitie zelf een deel van de oorzaak van het probleem zijn.

Het fileprobleem is eigenlijk enkel een probleem voor wie in de file staat.

Luchtverontreiniging – ik beperk het hier nu even tot verontreiniging door wegverkeer – is een probleem voor iedereen die regelmatig uitlaatgassen inademt. Dat zijn de meeste mensen in Vlaanderen. Of je nu woont, werkt, naar school gaat, of je moet verplaatsen langs een drukke autoweg – er volledig aan ontsnappen is slechts weinigen gegeven. In dit geval zijn de slachtoffers niet altijd de mensen die het probleem veroorzaken.

Uiteraard is er ook buiten Vlaanderen en België veel luchtverontreiniging. Maar daar kunnen Vlaamse of Belgische maatregelen onmogelijk iets aan veranderen.

Klimaatopwarming is een probleem voor alle mensen wereldwijd, niet alleen vandaag maar nog honderden, zoniet duizenden jaren in de toekomst. We zijn ook allemaal mee oorzaak van het probleem, maar de grootste vervuilers zijn niet de grootste slachtoffers.

Wat moeten we precies belasten?

De drie problemen kunnen bestreden worden door autorijden te belasten en zo te ontmoedigen. Maar de vereisten voor die belasting zijn telkens anders. Om het fileprobleem op te lossen, maakt het niet uit of mensen op een landweggetje of om middernacht de auto of de fiets nemen. De belasting moet afhangen van wanneer men rijdt, en van waar men rijdt. Dat zijn zaken die relatief moeilijk te meten zijn. Vandaar dat het plan was om elke auto uit te rusten met een soort gps-toestel dat opvolgt en rapporteert waar en wanneer je rijdt. Dat kost behoorlijk wat geld, en heeft ook een milieukost: de toestellen moeten gefabriceerd en achteraf weer gerecycleerd worden.

Er is inderdaad geen enkele reden om het fileprobleem op te lossen tegen de wil van de filerijders in.

Nu beweren onze ministers dat er geen draagvlak is voor rekeningrijden. Als dat klopt – wat goed mogelijk is – betekent dat dat de mensen die in de file staan, liever in de file blijven staan dan gefactureerd te worden volgens hun rijgedrag. Prima, denk ik dan. De files zijn hun probleem – aan hen om te beslissen of en hoe het opgelost moet worden. In deze context heeft de minister dus gelijk: er is inderdaad geen enkele reden om het fileprobleem op te lossen tegen de wil van de filerijders in.

Er zijn natuurlijk andere oplossingen denkbaar: investeren in beter openbaar vervoer en fietsinfrastructuur. Flessenhalzen wegwerken door wegenwerken. Sommigen zweren bij een uitbreiding van de wegcapaciteit in het algemeen, al zeggen deskundigen dat dat uiteindelijk gewoon meer verkeer aantrekt. Dat kan allemaal onderzocht worden, naargelang het draagvlak.

De CO2-uitstoot van een auto is recht evenredig met het brandstofverbruik. Dus in plaats van te investeren in ingewikkelde apparatuur, kunnen we ook gewoon de accijnzen op diesel en benzine verhogen.

Om iets aan de klimaatopwarming te doen, maakt het veel minder uit waar en wanneer mensen rijden. Wat telt is hoeveel CO2 ze uitstoten. Dat is eigenlijk veel gemakkelijker te meten: de CO2-uitstoot van een auto is recht evenredig met het brandstofverbruik. Dus in plaats van te investeren in ingewikkelde apparatuur om te meten wie waar en wanneer rijdt, en daar vervolgens onduidelijke correctiefactoren op te moeten toepassen naargelang de uitstoot van de wagen in kwestie, kunnen we ook gewoon de accijnzen op diesel en benzine verhogen. Een liter diesel resulteert in meer CO2 dan een liter benzine (*), dus daar zou men dan wat meer accijns op kunnen heffen. Dat moet natuurlijk wel op Europees niveau – anders gaan mensen gewoon over de grens tanken. Een ander belangrijk punt is dat het enkel goed werkt als men ook de salaristankkaarten afschaft. Wie beslist de auto te nemen, moet daar zelf de gevolgen van voelen.

Krijg je dan geen gele-hesjestoestanden? Mogelijk wel. Maar dat was met de “slimme” heffing evengoed een risico. Maar de gele hesjes protesteerden vooral omdat ze – zeker in Frankrijk – geen alternatieven hadden voor het steeds duurdere autorijden. Als het geld van de heffing gebruikt wordt om het openbaar vervoer en de fietspaden te verbeteren – wat sowieso ook helpt tegen files en klimaatopwarming – hoeft men veel minder weerstand te verwachten.

Als een Europese accijnsverhoging niet kan, is er een tussenoplossing die nog steeds veel eenvoudiger is dan de slimme kilometerheffing: meet gewoon gereden kilometers, ongeacht waar en wanneer die gereden zijn. Dat kan zonder gps-tracker: elke auto houdt sowieso zijn kilometerstand bij, en die kan eenvoudig afgelezen worden bij de autokeuring. Vermenigvuldig de gereden kilometers met de gemiddelde uitstoot van de auto, en je hebt een aardig idee van de totale CO2-uitstoot. Dat getal kan je dan belasten. Het is minder nauwkeurig dan rechtstreeks de brandstof belasten, maar het kan wel op Vlaams of Belgisch niveau.

Voor luchtvervuiling tenslotte, is het niet de CO2-uitstoot die van tel is: CO2 is niet giftig, en het is voor het menselijk lichaam een volslagen ongevaarlijk gas. Hier is de hoeveelheid fijnstof en giftige gassen (zoals de beruchte NOx-familie) van belang. Toevallig zijn ook deze hoeveelheden grotendeels evenredig met het brandstofverbruik (**). Een liter diesel produceert ook meer van deze stoffen dan een liter benzine, dus ook hier is een hogere accijns aangewezen.

Geen gemis?

De dure toestellen voor de slimme kilometerheffing helpen eigenlijk alleen tegen het fileprobleem.

Conclusie: de dure toestellen voor de slimme kilometerheffing helpen eigenlijk alleen tegen het fileprobleem. Blijkbaar is er bij de mensen in de file geen draagvlak om dit probleem op te lossen, toch niet op deze manier, dus dan hoeft het niet. Het goede nieuws is dat een belasting om de andere twee problemen op te lossen veel eenvoudiger kan geïmplementeerd worden.

Vind ik het dan niet erg dat de kilometerheffing roemloos ten onder gegaan lijkt te zijn? Ergens toch ook wel, want de alternatieven die ik hier voorstel, hebben zeker geen hogere kans om op korte termijn ingevoerd te worden. Het enige alternatief dat Ben Weyts voorstelde, zijn verdere investeringen in de weginfrastructuur. Dat helpt misschien tegen de files, maar helemaal niet tegen vuile lucht en global warming.

Voor dit soort problemen hebben we politici nodig die hun verantwoordelijkheid durven nemen, draagvlak of niet

Deze laatste twee problemen zijn niet van het simpele soort waarbij de veroorzaker en het grootste slachtoffer dezelfde persoon zijn. Daarom is het niet zonder meer aanvaardbaar om mogelijke oplossingen af te voeren bij gebrek aan draagvlak. Voor dit soort problemen hebben we politici nodig die hun verantwoordelijkheid durven nemen, draagvlak of niet, om te vermijden dat we onszelf door kortetermijndenken uiteindelijk in de voet schieten.

Laat ons hopen dat er na 26 mei meer van dit soort politici aan de macht zullen zijn.


(*) In een eerdere versie van deze post zei ik dat een liter benzine meer CO2 produceert dan een liter benzine. Dat klopt niet: een liter diesel resulteert bij verbranding in 2.64 kg CO2, tegenover 2.39 kg voor een liter benzine (zie ecoscore.be). Let wel: Doordat een benzinemotor meer liters verbruikt per 100 km dan een dieselmotor, is de CO2-uitstoot per kilometer van een dieselwagen typisch wel lager dan bij een benzinewagen. Voor luchtvervuiling is dat niet het geval. Dieselwagens zijn dus iets klimaatvriendelijker, maar benzinewagens zijn minder vervuilend.

(**) Fijnstof ontstaat niet alleen door verbranding van brandstof maar b.v. ook door wrijving van de banden op de weg, wat eerder evenredig is met de afstand dan met het verbruik (zie Wikipedia)

Menselijk vernuft

Beste Maarten Boudry,

Ik las zonet uw brief in Knack aan Anuna De Wever en Kyra Gantois. U maakt een interessant punt: België zou wel eens meer impact kunnen hebben door technologische vooruitgang te bewerkstelligen dan door in ons eentje onze uitstoot te verlagen. Maar sta mij toch toe een heel aantal bedenkingen te formuleren bij uw redenering.

Klimaatopwarming is vooral óns probleem, niet dat van de planeet of van de natuur, zegt Maarten Boudry (foto NASA via Wikimedia)

Om te beginnen is het eerste deel van uw betoog – hoewel gebaseerd op ongetwijfeld correcte feiten – volkomen naast de kwestie. Inderdaad, klimaatopwarming zal niet het einde van de planeet betekenen. Die draait natuurlijk gewoon rustig verder. Ik denk niet dat iemand dat betwijfelt, en zeker Kyra en Anuna niet. Ik ben het ook met u eens dat de mens als soort niet zal uitsterven door klimaatopwarming: naarmate de aarde minder leefbaar wordt, zal de levensstandaard van de mens er gaandeweg op achteruitgaan. Ook de economie. Dat zal ongetwijfeld leiden tot minder CO2-uitstoot, zodat de opwarming vermoedelijk zal stagneren op een niveau waar op zijn minst bepaalde delen van de aarde nog leefbaar zijn voor op zijn minst een fractie van de huidige wereldbevolking. Ook een aantal flexibele en hardnekkige planten- en diersoorten zullen ongetwijfeld niet uitsterven.

Inderdaad, klimaatopwarming zal niet het einde van de planeet betekenen. Die draait natuurlijk gewoon rustig verder.

Hoera.

Ook het feit dat er 20.000 jaar geleden een ander klimaat was, lijkt me niet zo relevant, tenzij u wetenschappelijk bewijs hebt dat er toen ook 7 miljard mensen op de aarde leefden.

Fossiele energie heeft ons inderdaad heel wat welvaart opgeleverd. Nog zo’n feit dat niemand betwist, maar dat verder niet terzake doet. Asbest heeft ook heel wat jobs en geld opgeleverd, maar toch is er later besloten dat het beter is het niet meer te gebruiken. We moeten wel degelijk naar een koolstofvrije economie, u zegt het zelf.

U vindt het geen kwestie van politieke moed, maar een afweging van kosten en baten. Denkt u dat onze politici de zaak grondig overdacht hebben en tot de eensluidende conclusie zijn gekomen dat het huidige beleid de beste garantie is op welvaart op lange termijn? Laat me niet lachen.

Zou onze welvaart echt kelderen als we mensen zouden uitbetalen in geld in plaats van diesel? Gaat onze beschaving ten onder als we niet meer met het vliegtuig op vakantie kunnen? Kan onze economie echt niet blijven draaien als we wat meer investeren in fietspaden en openbaar vervoer?

Komaan zeg.

Kan onze economie echt niet blijven draaien als we wat meer investeren in fietspaden en openbaar vervoer? Komaan zeg.

Ik beweer niet dat het daarmee opgelost zou zijn. Evenmin ontken ik dat de remedie niet erger mag zijn dan de kwaal. Maar dat er op dit moment onvoldoende politieke moed aan de dag gelegd wordt, lijkt me toch een evidentie.

Zeker, we moeten ook inzetten op technologie. Maar het één sluit het ander toch niet uit? Zeker omdat de meeste politici, met alle respect, weinig kaas gegeten hebben van technologische vooruitgang, net zoals de meeste wetenschappers en ingenieurs weinig talent hebben als politicus.

Dat geldt trouwens ook voor Anuna en Kyra. Ik heb geen idee of ze goed zijn in wetenschappen, maar ze zitten in elk geval niet in erg technologisch georiënteerde studierichtingen. Om nog maar te zwijgen van de hoogdringendheid van het probleem, terwijl Anuna nog aan haar hogere studies moet beginnen. Dus doen ze waar zij goed in zijn: de wereld een geweten schoppen.

En dat is allang niet meer beperkt tot ons kleine, verwaarloosbare landje. Kijk maar naar de honderdduizenden mensen die wereldwijd op straat kwamen op 15 maart. We staan aan de vooravond van Europese verkiezingen. Zelfs de EU is relatief klein op wereldschaal, maar wel degelijk groot genoeg om een invloed te hebben, zeker als voortrekker. We kunnen wel degelijk iets veranderen.

Tot slot nog één vraag, mijnheer Boudry: hoeveel nieren heeft u? Ik ken uw medisch dossier niet, maar ik vermoed dat het antwoord twee is.

Volgens uw redenering zou u dus uw nier moeten aanbieden aan mijnheer Janssens. Sterker nog, we zouden als samenleving uw nier gewoon mogen opeisen ongeacht wat u daarvan vindt.

Waarom ik dat vraag? Wel, u zegt dat problemen in de toekomst altijd minder moeten doorwegen dan problemen in het heden. In het heden is er ongetwijfeld een doodzieke patiënt – laten we hem mijnheer Janssens noemen – die dringend een nieuwe nier moet krijgen, anders sterft hij. Mijnheer Janssens staat op een wachtlijst, en kan enkel hopen dat hij nog op tijd een nier zal krijgen.

U kunt perfect leven met één nier, mijnheer Boudry. Zeker, u zou misschien later zelf in de problemen kunnen komen. Er zouden ook complicaties kunnen optreden tijdens de operatie. Maar dat weten we allemaal nog niet, dus daar moeten we ons niet te veel zorgen over maken. Volgens uw redenering zou u dus uw nier moeten aanbieden aan mijnheer Janssens. Sterker nog, we zouden als samenleving uw nier gewoon mogen opeisen ongeacht wat u daarvan vindt. U vraagt immers ook niet aan de generaties na u of het oké is dat we alles vol CO2 pompen om onze welvaart in stand te houden. U beslist gewoon dat dat maar moet kunnen.

Ik wens u alvast een spoedig herstel toe.

Over mensen en bomen en BTW

Beste John Crombez,

Stemmen van CD&V, N-VA, Vlaams Belang: u mag ze allemaal hebben wat mij betreft. Maar op mijn stem hoeft u op 26 mei niet te rekenen.

Ik heb met veel interesse het interview in De Morgen gelezen waarin u antwoordt op vragen van lezers. Ik heb altijd sympathie voor u gehad, al van voor uw aantreden als sp.a-voorzitter. U maakt soms fouten, wat het moeilijk maakt om echt een grote fan te zijn, maar ik ben ervan overtuigd dat u het goed voorheeft met Vlaanderen en België. Ik wens u en uw partij dan ook een goed verkiezingsresultaat toe. Stemmen van CD&V, N-VA, Vlaams Belang: u mag ze allemaal hebben wat mij betreft. Maar op mijn stem hoeft u op 26 mei niet te rekenen.

Geloofwaardigheid

John Crombez – foto Joseph Castelein [CC BY 3.0 (licentie)] (Wikimedia)

Ten eerste heeft uw partij, zoals u zelf ook toegeeft, de laatste tijd een geloofwaardigheidsprobleem. Het is mij niet duidelijk wat de partij precies van plan is en hoe ze dat wil bereiken. Er lijkt geen duidelijke lijn of strategie te zitten achter de standpunten die uw partijleden verkondigen. Wat u zegt is niet wat Hans Bonte of Bruno Tobback zegt. Daardoor lijkt het dat de partij niet weet wat ze wil. Maar anderzijds vraag ik me af of we dat niet net moeten toejuichen. Men kan de sp.a-leden in elk geval niet verwijten dat ze blindelings het standpunt van de partijtop napraten, netjes afgelezen van debatfiches – zoals de leden van andere partijen wel eens verweten wordt.

Koopkracht en klimaat

Maar de tweede reden is wat mij betreft veel belangrijker. Op de vraag hoe u de groei van de koopkracht wil verzoenen met de strijd tegen de klimaatverandering, is het eerste wat u antwoordt – vóór het isoleren van huizen, wat ik wel een goed antwoord vind – dat de BTW op elektriciteit omlaag moet.

Ik begrijp wel waarom u dat zegt. Opnieuw, ik ben ervan overtuigd dat u het goed bedoelt. Talloze mensen hebben moeite om hun facturen te betalen, en u wil vermijden dat zij er nog verder op achteruitgaan door een ondoordacht klimaatbeleid. Ik begrijp het wel.

Maar in welk universum is het verlagen van de BTW op elektriciteit een maatregel die koopkracht en klimaatbeleid verzoent? Het is een maatregel die de koopkracht verhoogt, ten koste van het klimaat. Als elektriciteit goedkoper wordt, wordt er nog meer verbruikt, dat is elementaire economie.

U zou kunnen zeggen dat u de elektriciteitsprijs wil verlagen enkel voor de laagste inkomens, en tegelijk een andere maatregel voorstellen om de (beperkt) negatieve klimaatimpact hiervan te compenseren. Maar dat doet u niet.

Bomen en mensen

En dit is geen toevallige vergissing, het lijkt een constante binnen uw partij. Jinnih Beels zei enkele maanden geleden in De Zondag: “Wij willen eerst de mensen doen groeien, en daarna de bomen.” Naast het feit dat het herleiden van een klimaatbeleid tot ‘bomen’ een onjuiste en weinig respectvolle weergave is, kan ik me niet van de indruk ontdoen dat zowel u als mevrouw Beels een belangrijk punt over het hoofd zien: eerst de mensen helpen en daarna het klimaat is geen optie meer. Alles wat eindigt op “en daarna het klimaat” is geen optie meer.

Eerst de mensen helpen en daarna het klimaat is geen optie meer. Alles wat eindigt op “en daarna het klimaat” is geen optie meer.

Volgens het IPCC moet de wereldwijde netto-uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 45% gedaald zijn als we de opwarming van de aarde onder 1.5 °C willen houden. Dat is nog een jaar of elf. Ongeveer twee legislaturen, om het in politieke termen te verwoorden. We hadden natuurlijk ook dertig jaar geleden kunnen beginnen, en alles rustig en geleidelijk aanpakken, maar dat is niet gebeurd.

Als we nu prioriteit geven aan ‘de mensen’ – hoe goedbedoeld ook – en een klimaatbeleid verder uitstellen tot we eerst de armoedeproblemen hebben opgelost, dan komen we te laat. Dan kunt u misschien nog een paar decennia de situatie van ‘de mensen’ verbeteren, maar daarna begint de klimaatopwarming uit de hand te lopen – op dat moment zal dit proces onomkeerbaar en zelfversterkend geworden zijn – en zal de situatie van diezelfde mensen, en van hun nakomelingen, er zwaar op achteruit gaan. Het zullen ook dan vooral de zwaksten onder ons zijn die de pijn zullen voelen. Op dat moment, mijnheer Crombez, zult u – of uw opvolgers – hen niet meer kunnen helpen, ondanks uw goede bedoelingen.

Het zullen ook dan vooral de zwaksten onder ons zijn die de pijn zullen voelen. Op dat moment, mijnheer Crombez, zult u hen niet meer kunnen helpen, ondanks uw goede bedoelingen.

Het zal allicht uw probleem niet meer zijn, mijnheer Crombez. Maar het zal wel een probleem zijn. Een groot probleem, voor miljoenen mensen. Ik heb te veel respect voor u om te denken dat dat u niets kan schelen. Als u erover nadenkt, mijnheer Crombez, dan denk ik dat u zich dit ook zult aantrekken. Dat dit u even woedend zal maken als al het onrecht dat u vandaag probeert op te lossen.

Prioriteiten

Ik denk dat sp.a eigenlijk wel beseft dat er dringend iets moet gebeuren. Dat hebt u alvast voor op pakweg de N-VA. Ik zie ook heel wat goede klimaatvoorstellen in uw programma. Maar toch ligt de prioriteit van uw partij nog steeds elders. Gezien uw verwachte verkiezingsuitslagen zal het niet uw partij zijn die de drijvende kracht wordt achter het volgende regeerakkoord. Als u er al bij betrokken bent, zult u toegevingen moeten doen – veel toegevingen. En dan vrees ik, mijnheer Crombez, dat die klimaatpunten voor uw partij geen breekpunten zullen zijn.

Voor Groen zullen ze dat wel zijn. Daarom gaat mijn stem op 26 mei naar hen. Niettemin hoop ik dat u genoeg stemmen zult halen om samen met Groen in een nieuwe regering te kunnen stappen. Het zou zowel de mensen als ‘de bomen’ ten goede komen.

Veel succes, mijnheer Crombez.

Waarom ik vrijdag niet ga werken

Klimaatverandering is zonder twijfel het grootste en dringendste probleem van deze tijd. Wetenschappers zeggen het al decennia, en inmiddels beseffen ook de meeste andere burgers dat dat zo is. We beseffen ook wel dat het steeds dringender wordt om er iets aan te doen, maar het gebeurt maar niet. De politici – die het best geplaatst zijn om op grote schaal in te grijpen – palaveren over migratie en vluchtelingen, over Britten die de controle terug willen en toch ook weer niet, over Arco-aandelen en jobs, jobs, jobs. Het klimaat is nooit écht een verkiezingsthema geweest.

Nu wordt het dat hopelijk eindelijk wel. Dat is de verdienste van de jongeren die, geïnspireerd door het voorbeeld van Greta Thunberg, al negen weken lang elke donderdag spijbelen en zo eigenhandig het thema al ruim twee maanden hoog op de agenda houden.

Ze vragen nu, voor één keer, aan alle andere generaties om mee te doen. Hoe zou ik dat kunnen weigeren?

Ik vind het prachtig wat ze doen, en hoe ze het doen. Ik sta voor 100% achter hen, maar ik ben eigenlijk beschaamd dat zíj het moeten doen. Ze zijn nog kinderen en jongvolwassenen en zouden – velen hebben het reeds opgeworpen als kritiek – eigenlijk op de schoolbanken moeten zitten en werken aan hun toekomst. Zij zouden zich moeten kunnen focussen op hun eigen ontplooiing, en zouden er moeten kunnen vanuit gaan dat de mensen die zich volwassen noemen, die beweren te weten wat goed voor hen is, zich intussen met de andere problemen bezighouden. Dat is wat ik deed toen ik 17 was, en ongetwijfeld vele anderen.

Maar dat kunnen zij niet. Zij beseffen dat er niets zal gebeuren als zij ons niet week na week blijven wakkerschudden. Op zijn minst tot aan de verkiezingen in mei. Dat is niet gemakkelijk, natuurlijk. Het is niet evident om wekenlang te blijven spijbelen. En dus vragen ze nu, voor één keer, aan alle andere generaties om mee te doen. Hoe zou ik dat kunnen weigeren?

Ik voelde me er wel wat ongemakkelijk bij, moet ik toegeven. Ik heb een interessante job dicht bij huis, waar ik goed van kan leven en waar ik de nodige flexibiliteit krijg om ook voor mijn gezin te kunnen zorgen. Wat heeft mijn werkgever mij in godsnaam misdaan?

Wat zouden ze zeggen als ik vertel dat ik niet kom werken vrijdag? Zouden ze mij dat kwalijk nemen? Zou dat gevolgen hebben voor mijn verdere carrière?

Maar, bedacht ik dan, die klimaatspijbelaars zullen zich ook wel ongemakkelijk gevoeld hebben. Sommigen kregen toestemming, maar anderen moesten tegen hun ouders, leerkrachten, directie ingaan. Ik zou dat allicht niet gedurfd hebben toen ik 17 was.

Klimaatspijbelaars in Brussel

En, zo bedacht ik verder, wat moet ik dan zeggen tegen mijn eigen kinderen, als ze mij later vragen waarom ik op 15 maart 2019 gewoon op mijn werk zat terwijl de jongere generaties op mij rekenden? Sorry, maar ik voelde mij er wat ongemakkelijk bij?

Dus ging ik met mijn baas praten. En uiteindelijk bleek ik geluk te hebben: het management toonde veel begrip. Stakingsrecht in België blijkt nogal een vage materie te zijn, waarbij het niet helemaal duidelijk is – toch niet voor mij – of en wanneer je als Belg nu eigenlijk mag staken. Maar ik kreeg toelating om een dag onbetaald verlof te nemen. Dat komt ongeveer op hetzelfde neer, vond ik: ik verzaak aan mijn plicht als werknemer in naam van de goede zaak, en word dan ook niet betaald. En ik ben vrij om met een plakkaat in mijn handen naar Brussel te trekken.

Dus Greta, Anuna, Kyra, en alle anderen: ik heb er niet zo voor moeten vechten als sommige van jullie leeftijdsgenoten, maar ik zal er zijn vrijdag. Ik hoop dat we met velen zullen zijn.

Het Fietsinvesteringsplan (en waar het geld nog zoal naartoe gaat)

Zicht op de Vaartkom in Leuven, met vooraan de fietsersbrug waar binnenkort ook auto’s over zullen rijden.

In 2017 lanceerde Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Ben Weyts met veel tamtam zijn Fietsinvesteringsplan. Hij zou over een periode van drie jaar 300 miljoen euro investeren in fietsinfrastructuur. Een recordbudget, volgens zijn eigen site hierover.

Tiensevest

Eén van de projecten die door dit plan gefinancierd wordt, is het verbreden van het tweerichtingsfietspad langs de Tiensevest in Leuven, en het vergroten van de opstelcapaciteit voor fietsers aan de verkeerslichten aan de Tiensepoort. Een erg nuttig project dat heel wat fietsende pendelaars ten goede komt. Een terechte investering dus – iedereen die ’s ochtends met de fiets de Tiensepoort moet passeren zal dat beamen.

De website van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) over dit project vermeldt trots dat dit project kadert in het Fietsinvesteringsplan:

Uittreksel van de website van AWV over het project aan de Tiensepoort en Tiensevest

Vaartkom

Opvallend: deze investering is blijkbaar gecombineerd met een ander project: de werken aan de Vaartkom (website AWVwebsite stad). Laat mij even uitleggen waar dat project precies over gaat.

De Vaartkom in Leuven (screenshot van Google Maps)

Het gaat om het rood omcirkelde gebied op de kaart hierboven, onder het viaduct van de R23, de ring van Leuven. Op de oostelijke oever van de vaart ligt de Aarschotsesteenweg, die aan de kant van de vaart een prachtig tweerichtingsfietspad heeft. De brug net ten noorden van de R23 was oorspronkelijk enkel voor voetgangers en fietsers, en maakt deel uit van de fietssnelwegen F3 (naar Brussel) en F8 (naar Mechelen). Auto’s konden de overkant bereiken door om de Vaartkom heen te rijden, een omweg van ongeveer een kilometer.

Op een bepaald moment is beslist om hier ook bruggen voor auto’s te voorzien. De redenering was, geloof ik, dat er op die manier minder verkeer zou passeren op de zuidoever van de Vaartkom, zodat men daar een autoluwe zone zou kunnen realiseren.

Aan de bestaande fietsbrug werd daarom een nieuw, veel smaller fietspad gebouwd, zodat de oorspronkelijke brug voor auto’s kon dienen. Ten zuiden van de R23 werd een nieuwe brug gebouwd voor auto- en fietsverkeer in de omgekeerde richting.

Het huidige project (zie website) bestaat in het heraanleggen van het kruispunt onder het viaduct, zodat autoverkeer ook daadwerkelijk over de twee bruggen kan. Hiervoor wordt het brede fietspad langs de Aarschotsesteenweg opgebroken en plaatselijk vervangen door een rijbaan met oversteekplaatsen.

Oneigenlijk gebruik?

Ik wil zeker niet zeggen dat dit project niet nuttig is of geen verdiensten heeft. Ik betwijfel of het de best mogelijke oplossing is voor de omgeving, maar dat is een andere discussie. Maar het is in elk geval géén verbetering van de fietsinfrastructuur: een breed, ononderbroken fietspad wordt nu onderbroken door oversteekplaatsen met verkeerslichten. Een brede fietsersbrug wordt vervangen door een erg smal fietspad langs een autobrug. Al bij al misschien een acceptabele prijs voor een voetgangervriendelijk gebied langs de vaartkom. Maar een investering in fietsinfrastructuur zou ik het toch niet noemen.

Toch lijkt de tekst van AWV over de Tiensepoort te suggereren dat ook dit project geld uit het fietsbudget ontvangen heeft.

Op de website van AWV over het Vaartkomproject wordt wijselijk gezwegen over het Fietsinvesteringsplan. Een beetje vaag dus allemaal. Dus, dacht ik, ik zal het eens vragen aan AWV: het agentschap heeft een Twitteraccount waarop vrij snel gereageerd wordt. Dus ik stel mijn vraag, aan AWV en voor de zekerheid ook aan Stad Leuven en de provincie:

Ik: @stadleuven @wegenenverkeer @vlaams_brabant Begrijp ik het goed dat de werken aan de bruggen over de #Vaartkom #Leuven ook onder het #fietsinvesteringsplan vallen? Want ik zie daar eigenlijk geen verbetering voor fietsverkeer, enkel voor auto’s?

http://wegenenverkeer.be/werken/ring-leuven-r23-verbetering-bus-en-fietsinfrastructuur-tiensepoort-en-tiensevest-start-van-de …

Deze laatste twee hebben nooit geantwoord, vermoedelijk omdat het niet hun project is, maar dat weet ik niet zeker.

AWV bleef aanvankelijk vrij vraag in zijn antwoorden, dus ik moest wat aandringen (klik hier om de conversatie op Twitter te bekijken):

AWV: Dag Pieter, werken aan de Tiensepoort maken specifiek deel uit van het fietsinvesteringsplan. Werken Vaartkom maken dat fietsers gemakkelijker over beide bruggen van en naar Vaartkom en centrum kunnen rijden. Meer info: http://wegenenverkeer.be/werken/werken-verbinding-vaartkom-ring-leuven …

Ik: Niet mee eens, voor de werken kon je ook prima over de brug fietsen. Tweede brug is enkel nodig voor autoverkeer.


Maar u hebt de vraag niet beantwoord: Vallen de werken van aan de Vaartkom ook onder het fietsinvesteringsplan?

AWV: Dag Pieter, bij al onze investeringswerken besteden we extra aandacht aan de fietsers. Dit is ook hier het geval. Specifiek werken Tiensepoort zijn volledig gericht op verbeteringen fietsers en maken dan ook deel uit van de investeringen voor fietsers 1.2

AWV: Dit onderdeel van werken thv Vaartkom is vooral aansluiten nieuwe bruggen op de wegeninfrastructuur. Hierbij houden we ook rekening met fietsers maar hier ligt nadruk op de aansluiting van de al geplaatste bruggen. Meer info over fietsinvesteringsplan: https://www.benweyts.be/nieuws/fietsinvesteringsplan-maakt-vlaamse-recordinvesteringen-concreet … 2/2

Ik: Werken Tiensepoort zijn idd volledig voor fietsers, dat staat niet ter discussie.

Wat betreft Vaartkom hebt u nog steeds niet geantwoord of er hier geld van het fietsinvesteringsplan van @BenWeyts gebruikt is.

Ik: Ik zal het anders formuleren: Volgens websites @BenWeyts en @wegenenverkeer is er 500.000 euro van fietsinvesteringsplan geinvesteerd in het gecombineerde project. Kosten de werken aan Tiensevest/-poort 500.000 euro, of is een deel naar Vaartkom gegaan?

AWV: Dag Pieter, beide werken samen zijn goed voor een investering van 500.000 euro. Deze twee werken werden samen aanbesteed en gegund aan een en dezelfde aannemer.

Ook op de exhaustieve lijst van investeringen uit Weyts’ plan (beschikbaar op de site van Weyts) worden de twee projecten als één geheel voorgesteld (de Zoutstraat en de Rederstraat zijn de twee straten die nu al op de Aarschotsesteenweg uitkomen):


Uittreksel uit de exhaustieve lijst van projecten die onder het Fietsinvesteringsplan vallen. Het geïnvesteerde bedrag is uitgedrukt in eenheden van 1000 euro.

Dus. Men breekt een prima fietspad op om er een autoweg dwars doorheen te leggen. Men breekt ook de bestaande fietsoversteken over o.a. de Aarschotsesteenweg op omdat die voor het nieuwe kruispunt een paar meter opgeschoven moeten worden. Vervolgens herstelt men de hele boel zodat fietsers opnieuw veilig kunnen passeren, zij het met een verkeerslicht. En dat wordt dan verkocht als zijnde een fietsinvestering.

Het is eigenlijk nog erger. Uit de tweets van AWV blijkt dat het volledige project aan de Vaartkom gefinancierd is met geld uit het Fietsinvesteringsplan. Het bouwen van de nieuwe brug e.d. valt ongetwijfeld onder een ander project, maar voor zover je als simpele burger te weten kan komen, bevat dit project b.v. ook het plaatsen van verkeerslichten voor auto’s, het aanpassen van de middenberm en het aansluiten van de nieuwe autobruggen op de bestaande weg. Allemaal bekostigd met geld bedoeld voor fietsinvesteringen.

Ik heb mijn verontwaardiging hierover samengevat in nog twee tweets, maar hierop werd niet meer geantwoord door AWV.

En dan is er nog deze vraag: waarom zou men twee werven die niets met elkaar te maken hebben en meer dan een kilometer van elkaar verwijderd zijn, combineren tot één project? Ik kan een paar mogelijke redenen bedenken:

  • Om de bureaucratische rompslomp te verminderen. Eén groot project vergt allicht minder papierwerk dan twee kleine.
  • Om een politiek quid pro quo te bestendigen. Zegt de ene partij tegen de andere: “Oké, wij zullen de heraanleg van de Vaartkom steunen, als wij op de Tiensevest een mooier fietspad mogen aanleggen.” Of omgekeerd. En om te vermijden dat één van de projecten op een ander beleidsniveau wordt geweigerd en één partij alsnog met lege handen achterblijft, wordt alles samengevoegd tot één project.
  • Het kan ook een bewuste beslissing zijn om extra geld los te krijgen uit het fietsbudget. Door de twee projecten te combineren, valt het niet zo op dat slechts één ervan daadwerkelijk de fietsinfrastructuur verbetert. Vergeef me als ik even wat paranoïde of cynisch ben – het is maar een bedenking die bij me opkwam.

Wat ook de reden is, dit lijkt me in elk geval oneigenlijk gebruik van het budget dat Weyts voorzien had. Het gaat om 500.000 euro op een totaal van 300 miljoen, dus één zeshonderdste van het totaal. Daarvan is dan nog een deel volledig correct gebruikt voor de Tiensevest. Je kan zeggen dat dat financiële ruis is. Hopelijk is dat zo, maar deze zaak roept bij mij de vraag op hoeveel van de andere projecten daadwerkelijk de fietser ten goede komen. Een vraag die ik momenteel niet kan beantwoorden, maar die wel een antwoord verdient, zeker omdat Ben Weyts erg uitpakt met zijn fietsinvesteringen. Dat mag wat mij betreft, maar dan moeten het wel échte fietsinvesteringen zijn…


Update op 9-4-2019: Volgens dit artikel in De Standaard is dit lang niet het enige project waar fietsbudget gebruikt wordt voor andere werken. De minister heeft wat mij betreft gelijk dat onteigeningen om fietspaden aan te leggen meegerekend mogen worden, maar volgens het artikel werden er een ecoduct, een rotonde en zelfs bodemsaneringen meegerekend…


Update op 19-4-2019: Stef Arends van Apache.be spitte de zaak wat verder uit. Ook hij toont in dit artikel aan dat er nog heel wat andere gevallen zijn waar het fietsinvesteringsbudget voor allerlei andere wegenwerken gebruikt wordt. Het ziet er dus naaruit dat de “recordbudgetten” voor fietsinvesteringen dus vooral window dressing zijn. Ik wil zeker niet zeggen dat er niets nuttigs gebeurt, maar of we echt van een record kunnen spreken, wordt toch steeds meer twijfelachtig.

Domme papa!

Vorige zondag ging ik met mijn twee oudste zoontjes – drie en vijf jaar – naar een voorstelling van Spoor 6 (toneel voor kinderen, overigens ten zeerste aan te bevelen). De voorstelling vond plaats in een gemeenschapscentrum in Herent. Terwijl ik aan 70 kilometer per uur de singel opreed richting Mechelsepoort, riep de oudste opeens: “Maar! Domme papa!”

Verdorie, dacht ik, wat ben ik nu weer vergeten?

Ik ben nogal verstrooid van aard, en mijn kinderen weten dat. Ze vinden dat best grappig, en weten ook dat ze best af en toe zelf eens checken of ik niets aan het vergeten ben. Maar er was echt niet zoveel dat ik mee moest nemen die ochtend. Ze hadden hun jassen en schoenen aan, en ik had hen zeker allebei vastgeklikt in hun autostoelen, dus dat kon het ook niet zijn.

“Wat is er?” vroeg ik dan maar.

“Papa, jij zegt altijd dat we niet te veel met de auto mogen rijden want dat is slecht voor de aarde!” Verontwaardigde toon.

Dat krijg je dan als je de milieubewuste ouder wil uithangen. We proberen de auto zoveel mogelijk te laten staan, niet onnodig veel plastic te verbruiken enzovoort, en we leggen onze kinderen – op hun niveau – ook uit waarom. Ze gaan naar een behoorlijk milieubewuste school, waar ze er ongetwijfeld nog een schepje bovenop doen.

Hij had makkelijk praten natuurlijk. Het alternatief was dat ik beide jongens – samen goed voor een slordige 35 kilo – in onze fietskar had gezet, die nog eens 15 kilo weegt, en vervolgens het geheel hijgend en puffend door regen en wind de berg op naar Herent had getrapt. Intussen zou hij, beschermd door de plastic kap van de kar, lekker droog achteroverleunen en ergens onverstoorbaar over doorbabbelen.

Maar hij had ook wel een punt. De zaal in Herent ligt op een kleine 7 kilometer van ons huis. Minder ver dus dan mijn werk, waar ik bijna elke dag naartoe fiets. Een jaar eerder was ik er effectief met hem naartoe gefietst, zonder zijn broer weliswaar. Het was stevig trappen, maar het ging wel.

Maar die zondag was ik erg moe, het was snertweer, en het was bergop, en dat zag ik die dag echt niet zitten. Ik rijd bijna nooit met de auto, had ik me bedacht om mijn schuldgevoel te onderdrukken. Voor die ene keer moet het wel eens kunnen, zeker.

Pas een kwartier voor ik moest vertrekken, besefte ik dat er nog een derde optie was: het openbaar vervoer. Ik gebruik het vrijwel nooit, neem soms eens een trein als ik per uitzondering in een andere stad moet zijn, om bijvoorbeeld te betogen voor een beter klimaatbeleid. Maar om de bus te nemen voor een verplaatsing zo dicht bij huis, dat was eerlijk waar niet eerder in mij opgekomen. Ik ben het gewend om bijna dagelijks afstanden tot 10 kilometer te fietsen, dat is ruim voldoende om overal te geraken waar ik moet zijn, en steevast sneller dan de bus. Maar misschien toch een valabele optie als ik eens geen zin heb om te fietsen?

Ach nee, dacht ik. Er stoppen hier geen bussen die ook in Herent stoppen, dan moeten we overstappen, dan staan we daar weer te wachten, die bus neemt dan nog overal omwegen en stopt voortdurend, dat duurt toch allemaal veel te lang. De overheid moet dringend investeren in beter openbaar vervoer, zodat je de auto niet meer nodig hebt, daarvoor betogen we tenslotte, nietwaar?

Tegen beter weten in nam ik mijn smartphone en zocht het op. Terwijl ik dat deed besefte ik dat ik als startpunt ook Leuven station kon ingeven. Dat ligt op 2 kilometer van ons huis – een peulenschil voor iemand die zoveel fietst. Zelfs met fietskar. Zelfs op een suffe dag.

Vanuit Leuven station zijn er rechtstreekse bussen naar Herent. Ze stoppen op 500 meter van de zaal waar het toneel zou plaatsvinden. Zo’n stukje kunnen een vijf- en een driejarige wel stappen. En ik zou maar een kwartier vroeger moeten vertrekken dan met de auto.

Maar dat kwartier was er inmiddels natuurlijk niet meer. Domme papa!

Dus toch maar de auto. Maar dat was buiten onze oudste gerekend.

Ik weet nu hoe het is als je geweten zich plots manifesteert als een andere persoon die bijna dertig jaar jonger is. Iets wat politici dezer dagen wekelijks ervaren. Maar ik vond het helemaal niet storend. Ik ben eigenlijk best wel trots op hem.

Er moet natuurlijk wel degelijk geïnvesteerd worden in veel beter openbaar vervoer. Het moet sneller, goedkoper, efficiënter, frequenter en betrouwbaarder. En er zijn nog heel veel andere dingen waar onze overheden dringend werk van moeten maken. Maar er zal nooit een bus zijn die aan onze voordeur vertrekt – we zijn trouwens bewust in een rustige straat zonder bussen gaan wonen – en zonder verdere stops en omwegen naar Herent rijdt, net op het moment dat wij daar willen zijn. Als je niet wil fietsen en toch milieuvriendelijk wil zijn, zal je al eens een kwartiertje eerder moeten vertrekken. Als dat op een luie zondag zonder veel andere plannen te veel gevraagd is, wie ben ik dan om van de overheid meer inspanningen te eisen?